Michaël Zeeman en de gasten in zijn huis, de literatuur
over zestig afleveringen van Zeeman met Boeken kijken op YouTube
De afgelopen weken keek ik op YouTube naar 60 afleveringen van ‘Zeeman met Boeken’ (1996-2002). Dat kunt u ook doen – hier, om precies te zijn. Kijken is misschien niet het goede woord; ik heb de afleveringen afgespeeld en soms keek ik geconcentreerd, soms stond een en ander aan op de achtergrond. Michaël Zeeman, die er tijdens de opnamen van het programma altijd behoorlijk leeftijdsloos uitzag, stierf in 2009, vijftig jaar oud. Toen het programma ophield te bestaan, was hij pas 43 jaar.
Er valt van alles op, bij herbezichtiging. Om te beginnen: er wordt nog stevig gerookt, door menig gast. Gerookt en gedronken. Zeeman was erg goed in het bijschenken van wijn (rood én wit). Er was publiek, maar dat hield zich netjes buiten de discussie. Het gesprek ging tussen dames en heren van stand, die op grote afstand van de meute over belangrijke zaken redetwistten. Als Bas Heijne of Xandra Schutte sprak, hield Jan of Johanna met de Pet de mond. Schutte is overigens mijn favoriet, samen met Zeeman zelf. Die spraken écht over literatuur.
Daarnaast: Maarten Doorman en Dirk van Weelden zijn niet alleen wat arrogante oudere heren: ze waren dat in de vorige eeuw al. Hun aanwezigheid in het programma is niet te vatten; als zij het woord nemen, schreeuw ik ‘lalalalala’ in mijn hoofd tot het voorbij is. Zelden was er zo’n slechte cocktail van arrogantie en nietszeggendheid te zien op de Nederlandse televisie. Doorman en Van Weelden zijn een soort Jort Kelder: linkse en rechtse ballen/macho’s lijken allemaal op elkaar.
De gasten van Zeeman (want het waren gasten in zijn huiskamer, die van de literatuur) vormden een wonderlijk gezelschap. De wat stille en voorzichtige Ieme van der Poel, de onpeilbare Aleid Truijens, de altijd bijna ontploffende vulkaan Margot Dijkgraaf (die steeds zat te kijken alsof ze het wel wist, maar lekker niet vertelde), de toen al behoorlijk grijze Bas Heijne, de pratende potplant Maarten van Rossem (die over literatuur bijster weinig te zeggen had, benieuwd hoe Zeeman hém gescout heeft) en de vinger-wapperende Willem Otterspeer.
Soms waren er gasten die een paar keer mee mochten doen, zoals Kees Fens (voor de poëzie-uitzendingen) of Nelleke Noordervliet (een wonder van welsprekendheid, gek genoeg, ondanks mijn vooroordeel). Maar altijd was daar die ik denk twee meter lange, zorgvuldig formulerende allesweter van een Michaël Zeeman. In zijn tijd een wat omstreden figuur, al is de vergetelheid hem inmiddels definitief deelachtig geworden. De afleveringen worden op YouTube niet echt driftig bekeken.
Maar wat me echt opvalt, en steeds meer op begon te vallen: er werd met heel veel enthousiasme over literatuur gesproken. Over de manier waarop teksten worden gemaakt, wat ze kunnen bewerkstelligen (bij de lezer), hoe ze in elkaar zitten, wat de stijl is waarin ze zijn opgetrokken; en elk oordeel over politiek of moraal bleef op afstand. Niemand werd tot een oordeel over politieke kwesties gedwongen, iets wat in het huidige discours eerder regel is, dan uitzondering.
Ik zeg niet dat het gesprek nu weg is, of dat het gesprek over literatuur toen beter was; ik zeg alleen dat het in dát programma onbekommerd werd gevoerd. En ik vrees dat dit gesprek toen meer een achtergrondgevecht was, dan de betreurde Zeeman zelf kon denken of vermoeden. Hij kon nog zo oprecht van literatuur houden, er waren op de achtergrond al heel veel mensen bezig om dat bouwwerk af te breken. Mensen als Reinjan Mulder, voormalig boekenredacteur van NRC bijvoorbeeld. Die schreef op zijn weblog Das Zahngold een wel heel merkwaardig stuk, vijf jaar na de vroeg dood van Zeeman. Dat staat hier >
Het gaat mij om deze passages:
Michaël Zeeman kwam tot bloei in een tijd dat de boekenkaternen hun grootste invloed aan het verliezen waren, maar voor zover die invloed er nog was, deed hij weinig om die in stand te houden. Eerder droeg hij er, op zijn onhandige manier, aan bij dat die invloed met de jaren steeds geringer werd. (…)
Een literatuurredacteur van een Nederlandse krant kan het zich nu eenmaal niet permitteren om de Nederlandse literatuur grotendeels links te laten liggen. Maar voor Michaël Zeeman was het gras bij de buren altijd groener. Auteurs die in zijn jaren als criticus doorbraken, een Van der Heijden, een Palmen, een Allard Schröder, een Arnon Grunberg, een Tommie Wieringa, deden dat nooit door een recensie van hem. Integendeel.
Behalve dat dit proza rancuneus is, is het tekenend voor het niveauverschil tussen Zeeman (die je van alles kunt verwijten, maar niet dat hij niet zijn best deed om een smaak te ontwikkelen of te onderhouden) en Mulder (die denkt als de journalist van een regiokrant: je moet je klanten en lezers te vriend houden. Bovendien: waarom zou een recensie van iemand een auteur moeten laten ‘doorbreken’? Is de auteur een zweer of een puist? Ik snap Mulder niet, ik zie alleen dat hij in 2013 nog steeds een hekel had aan een overleden persoon die wel kon lezen.
Wat me ook nog overkwam, tijdens het kijken naar de afleveringen: ik kreeg ineens zin om boeken te gaan lezen. Boekwinkeltjes vaart er wel bij, de meeste titels die toen werden besproken zijn niet langer direct leverbaar. De stapel groeit en ik gebruik de zomer om allerlei auteurs eens bij te lezen. Geen Van der Heijden, Palmen, Schröder, Grunberg of Wieringa, maar buitenlanders én Nederlanders die niet zijn doorgebroken na een recensie van Zeeman. Sic transit gloria mundi. Amen.
Nou, ik heb mijn vervanging voor Zomergasten gevonden voor dit jaar.
Leuk, je commentaar op dit programma. Een tijdje geleden heb ik ook alle afleveringen bekeken, met een mengeling van weemoed, enthousiasme en soms ook irritatie. Ik kan me wel vinden in je karakteriseringen van de diverse deelnemers. De interactie tussen de gasten (of het gebrek eraan) was soms bijna nog boeiender om te zien dan wat er precies gezegd werd. Met afleveringen waar Van Rossem aan meedeed was ik meestal snel klaar. De man luistert niet of nauwelijks naar de anderen en houdt vooral eindeloze monologen (doet-ie nog steeds). Bas Heijne vond ik een nogal ouwelijk, opgeblazen, letterlijk nietszeggend mannetje (is-ie nog steeds). Maarten Doorman vond ik wel prettig om naar te luisteren, maar vooral vanwege zijn op dat van Reve gelijkende stemgeluid, niet zozeer vanwege de inhoud, en natuurlijk de manier waarop hij sigaretten aansteekt en er nonchalant mee gebaart. Heerlijk inderdaad dat enthousiasme waarmee over literatuur wordt gesproken, stemmig gelardeerd met wijn en sigarettenrook. Het, vaak irritante maar toch ook amusante, door elkaar heen praten, elkaar afkappen en aanvullen. Soms was het gezwam in de ruimte, maar vooral vond ik het een verademing dat dit zomaar kon, zonder ergerlijke, infantiele formats, zonder 'dumbing down' voor de 'gewone' lezer, die misschien (o, lieve help) afgeschrikt zou kunnen worden. Niets van dat al, gode zij dank. Zeemans reputatie kennende, vond ik hem vaak ook opvallend mild en oprecht geïnteresseerd in de mening van de anderen. En vaak was er in het programma een gelijkwaardige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen, ook dat nog. Ook ik heb na het zien van 'Zeeman met boeken' alsnog enkele van de besproken boeken gekocht. Vaak waren die alleen nog tweedehands verkrijgbaar. Eeuwig jammer dat zoiets sinds de introductie van de zendercoördinatoren op tv niet meer mogelijk is: een vrijplaats voor discussies over literatuur.